Op welke manier kunnen gedachten invloed op je pijn hebben? Wat kun je daar zelf aan doen? In deze blog ga ik dieper in op een oefening om op een andere manier naar gedachten te kijken
De rol van gedachten bij pijn
Pijn kan op allerlei manieren ontstaan. Het alarmsysteem in je brein verzamelt de hele dag door allemaal informatie. Signalen uit je lichaam, hoe je je voelt, waar je aandacht is, wat je doet, en ga zo maar door.
Gedachten zijn ook een belangrijke bron van informatie. Wat je denkt en waar je in gelooft, kan namelijk sterke invloed hebben op hoe je je voelt en wat je doet!
Een voorbeeld
Laten we een voorbeeld nemen. Sjaak heeft veel last van zijn onderrug. De laatste tijd zit hij niet goed in zijn vel en meldt hij zich regelmatig ziek vanwege zijn pijn. Het is woensdag wanneer Sjaak wakker wordt en meteen al zijn rug voelt. Hij denkt ‘het is weer zover hoor… weer rugpijn. Ik meld me maar af voor mijn werk, niemand zit toch op mij te wachten daar op deze manier’.
Door deze gedachte erg serieus te nemen, meldt hij zich af. Hij voelt zich de hele dag somber. Het zou zelfs kunnen dat zijn pijn op den duur toeneemt, doordat Sjaak minder actief wordt door alle somberheid.
Het had hem waarschijnlijk meer geholpen als hij gedacht had: ‘het is weer zover hoor…. Weer rugpijn. Laat ik maar even mijn oefeningen doen en kijken hoe het gaat. Misschien kan ik het er eens op het werk over hebben met met Klaas - die had vorig jaar ook zo’n rugpijn maar inmiddels een sta-bureau’.
Oefenen met gedachten
Om met je gedachten te oefenen en deze positief om te buigen, zul je ze eerst moeten leren herkennen. Je leest daar hier meer over. Wanneer je weet welke gedachten vaak bij jou spelen, kun je ze aanpassen.
De rechtszaak
Een van mijn favoriete oefeningen is ‘de rechtszaak’. In deze oefening neem je een gedachte, en twee partijen. De ene partij is voor de gedachte, de andere is tegen. Laten we het voorbeeld van Sjaak nemen. Het belangrijkste stuk van de gedachten van Sjaak is: Niemand zit op mij te wachten op deze manier.
Laten we er eens van uitgaan dat de advocaat van de tegenpartij gaat bewijzen dat niemand op Sjaak zit te wachten. Deze zou kunnen zeggen: Beste rechter, hier is Sjaak. Hij heeft vaak rugpijn en is daardoor regelmatig ziek. Hij is onbetrouwbaar voor zijn collega’s. Hij haalt deadlines soms niet door zijn afwezigheid. Niemand zit op deze meneer te wachten, Sjaak kan net zo goed met ontslag.’
De verdediging zou kunnen zeggen: ‘Beste rechter, Sjaak is geen uitzondering. Maarliefst 20% van bevolking heeft op dit moment langdurige pijnklachten. Sterker nog, op het kantoor van Sjaak zijn meerdere mensen met vergelijkbare klachten, veel collega’s zullen het begrijpen. En ondanks zijn rugpijn doet hij zijn werk nog goed, heb ik nagevraagd. We moeten Sjaak niet ontslaan, maar ondersteunen.’
De rechter zou kunnen oordelen dat men wel degelijk op Sjaak zit te wachten. En er misschien streng aan toevoegen dat Sjaak wel zelf naar oplossingen moet gaan zoeken, in overleg met zijn baas - want hij gaat niet veel verder komen als hij zichzelf steeds maar neerhaalt.
Hoe doe je dit zelf
Als je met gedachten zit dit je regelmatig dwars zitten, kun je prima deze oefening zelf doen. Neem een papier, schrijf de gedachte op en de argumenten voor en tegen. Je kunt het zelfs uitwerken met iemand die je vertrouwt en beide een rol kiezen. Bedenk wat de rechter zou besluiten. Kun je dit oordeel jezelf ook eigen maken?